Niet-concurrentiebeding

In sommige arbeidsovereenkomsten werd een niet-concurrentiebeding opgenomen. De praktijk leert dat dergelijke bedingen heel vaak onjuist werden opgesteld en daardoor  nietig zijn ten voordele van de werknemer.

Opdat een concurrentiebeding wel geldig zou zijn, moeten strikte voorwaarden worden nageleefd: het beding mag enkel “soortgelijke” activiteiten verbieden, voor een periode van maximum 12 maanden en het moet geografisch beperkt zijn. Verder moet het beding een forfaitaire compensatoire vergoeding bevatten (minstens het loon van de helft van de duurtijd van het concurrentieverbod) Uitzondering: handelsvertegenwoordigers.

Daarenboven heeft een geldig beding niet altijd uitwerking. Zo wanneer de werkgever de werknemer ontslaat (uitzondering: bij ontslag om dringende reden omdat dit te wijten is aan de werknemer zelf). Dit is ook zo in geval van beëindiging tijdens de proefperiode door zowel werkgever als werknemer.

De werkgever die geen zin heeft om de compensatoire vergoeding te betalen kan binnen 15 dagen na de beëindiging afstand doen van de toepassing van het beding. Dit gebeurt best per aangetekend schrijven.

De werknemer die het beding overtreedt zal enerzijds de compensatoire vergoeding moeten terugbetalen aan de werkgever. Daarbovenop is hij/zij een schadevergoeding verschuldigd.

Bij gebreke aan concurrentiebeding is de werknemer vrij om zijn jou te beconcurreren. Hij/zij moet zich echter altijd onthouden van daden van oneerlijke concurrentie 

Meer weten?