De regeringsonderhandelaars hebben een akkoord bereikt over de uitbreiding van het gewaarborgd maandloon. Het gewaarborgd maandloon is het loon dat ten laste van de werkgever valt in geval arbeidsongeschiktheid van de werknemer.
Het eenheidsstatuut leidt nu tot een wijziging van het gewaarborgd maandloon. Tot op vandaag heeft een bediende in geval van ziekte recht op maximaal 30 dagen gewaarborgd maandloon. Een arbeider heeft daarentegen slechts recht op 14 dagen gewaarborgd maandloon. Het gewaarborgd maandloon wordt betaald door de werkgever. Na deze periode valt de werknemer ten laste van de sociale zekerheid en ontvangt deze een arbeidsongeschiktheidsuitkering.
Ondertussen hebben de regeringsonderhandelaars een akkoord bereikt om dit verschil weg te werken. Voortaan zal de werkgever - voor zowel arbeiders als bedienden - maximaal 60 dagen gewaarborgd maandloon moeten betalen. Dat is een pak meer dus. De redenering luidt dat de werkgevers de verantwoordelijkheid dragen om te vermijden dat werknemers ziek worden.
Werkgevers zouden gedeeltelijk gecompenseerd worden door een bijkomende de loonlastenverlaging.